Blog #41

Een bonusblogje voor als je het leuk vindt om te lezen over de vakantie…

De gelegenheid deed zich voor om een paar dagen naar een wetenschappelijk congres in Washington DC te gaan, en natuurlijk kon ik de kans niet voorbij laten gaan om dan ook nog eventjes in New York City te verblijven. Met gepaste vliegtuighandjes was het tijd om met Aer Lingus (meest dreadful recenties die je ooit gelezen hebt, maar het viel reuze mee) via Dublin naar Dulles airport te vliegen. Op de landing in DC na een rustige vlucht met nauwelijks turbulentie. Wat Grey’s Anatomy op het vliegtuigschermpje en een choco-raspberry mousseje verder waren we zo op de grond. Het ideale is dat je in Dublin al door de US Immigrations kunt en daarom in DC gelijk de bagage kunt ophalen om naar het hotel te gaan. Gezien de twee zware koffers toch maar voor een über gekozen. Bijkomend voordeel dat je tussen de monumenten door de hoofdstad van de VS in rijdt. Eenmaal voor ons hotel aangekomen was de grootste klus om daadwerkelijk de “hotelkamer ”in te komen. Echt een hotel was het namelijk niet; meer een soort appartementencomplex waar je ook voor short-stay kunt overnachten. De kamer was toegankelijk door het gebruik van de Latch app, waarmee je op bluetooth vergrendeling en met een bepaalde code de deur kan open maken. Natuurlijk kwamen we er bij aankomst achter dat we de mail met instructies niet ontvangen hadden en het duurde daarmee zeker drie kwartier voordat alles gefixt was. De service desk medewerker was behoorlijk onvriendelijk (heeft dit gedoe vast vaker meegemaakt), maar uiteindelijk is het allemaal gelukt en konden we de kamer in. Die bestond uit een woonkamer stukje met een bank, grote TV en een volledig uitgeruste keuken, daarnaast een moderne badkamer en een tweepersoonsbed. De bank kon gelukkig uitgeklapt worden tot slaapbank, dus had mijn reisgezelschap ook z’n eigen plekje. Na nog een kort tripje naar de CVS (feest der herkenning en natuurlijk tijd voor groen gif Mountain Dew en Kettle Cooked Lays) zijn we als een blok in slaap gevallen tot de volgende ochtend de wekker ging.

Voordat het congres van start ging waren er twee dagen om DC te verkennen. De eerste dag stond in het teken van wandelen-wandelen-wandelen. Van het Capitool (waar we een paar jaar geleden al eens binnen gekeken hadden) tot aan het Washington Monument en alles ertussen. Het gebied rondom het Capitool was overigens nog prima toegankelijk, en zelfs het visitor center was nog open, het leek erop dat de rondleidingen nog steeds gegeven worden. Wel zie je in de buurt wat beveiliging rondlopen (en hoogstwaarschijnlijk lopen er 3x zoveel agenten in burger rond), maar dat doet niks af aan de imposante indrukken van dit statige gebouw. Langs de Mall kun je vervolgens allerlei musea bezoeken, die we dit keer hebben overgeslagen- dus is er nog iets om voor terug te gaan. Wel zijn we in de Botanic Garden geweest, waar we genoten hebben van prachtige orchideeën tuinen en andere tropische planten in de meest bijzondere kleurstellingen die ik ooit gezien heb. Vanaf het Monument zijn we op zoek gegaan naar het witte huis, maar de president van Korea was op bezoek en daarom was het niet mogelijk om dichtbij te komen. Overigens beseften we ons dat pas een dag later, ondanks alle Koreaanse vlaggen in de stad (jetlag anyone?). De avond werd in stijl afgesloten bij de Cheesecake Factory met het beste broodje op de kaart: een chicken parm sandwich. Natuurlijk hebben we ook traditiegetrouw een cheesecakeje to go meegenomen, en op basis van de top5 van vorig jaar heb ik natuurlijk voor de nummer 1 gekozen: s’mores galore!

Dag twee hebben we doorgebracht op Arlington national cemetery, de misschien wel bekendste militaire begraafplaats van de VS. Ietsje groter dan ik gedacht had. Ook ietsje heuvelachtiger dan ik gedacht had. En gezien we de dag ervoor natuurlijk, ook in stijl, keurig kreeftrood verkleurd waren, koste het toch aardig wat moeite om hier rond te lopen. Wel een erg indrukwekkende plaats, met witte grafstenen zover je kijken kan. We bezochten het graf van John F Kennedy en zijn familie. Waar je in Nederland poespas ziet bij graven van bekende personen, is dit een simpele steen met een brandende vlam erbij, wel hoog op een heuvel. Daarnaast bezochten we het graf van de onbekende soldaat, als eerbetoon aan alle gevallen soldaten waarvan de lichamen nooit gerepatrieerd werden. Daar was toevallig een kranslegging ceremonie aan de gang, waarvan ik vermoed dat dat vaker gebeurt, omdat het door een basisschool klas werd gedaan. De hele begraafplaats was overigens compleet overladen met schoolklassen en groepen, soort schoolreisje, maar dan anders. Deze dag stond voedsel her-beleving nummer 2 op de lijst: een potbelly chicken pot pie soepje die als vanouds smaakte!

 

Daarna was het dan wel tijd voor drie volle congresdagen, met interessante sessies over ontwikkelingsuitkomsten van prematuren, de gevolgen van pijnlijke procedures en heel veel MRI studies. De meest bijzondere sessies waren dit congres gereserveerd voor het betrekken van ouders (en patiënten/kinderen) in onderzoek en ervaringsverhalen van ouders. Dat perspectief mist nog te vaak en kan zowel onderzoek, maar ook onze medische zorg verrijken. Nauwelijks iets over muziektherapie op dit congres, en ook nauwelijks iets over de meer mechanistische kant van pijn/stress bij prematuren, dus ik begrijp wel dat mijn ingestuurde abstract niet helemaal in de lineup paste. Gelukkig mocht ik dit keer mijn opvolger bijstaan, die wel een mooie poster mocht presenteren, wat ze super goed deed. Omdat mama dit keer niet van de partij was, moest ik zelf alle gadgets maar meegrijpen- en dat is gelukkig aardig gelukt. De omgeving en de manier van onderzoek deed me overigens wel opnieuw twijfelen of ik niet toch een pediatric residency in de VS overweeg, of misschien toch nog eens een postdoc jaar onderzoek in een mooi instituut. Ook sociaal was het een leuk congres met diverse etentjes en kansen om te netwerken.

 

Na het congres was het dan tijd om de oude vertrouwde Amtrak naar New York City Penn te nemen. Een 3,5 uur durende trip in de trein, maar goed te doen. Gelukkig voldoende zitplek en ruimte voor de koffers. In NYC met de metro naar ons hotel in Downtown (een van de goedkoopste met wel goede recensies die ik kon vinden en waarvan de locatie nog redelijk was), wat je natuurlijk wel gelijk met de neus op de feiten drukt dat er in NYC nergens roltrappen of liften zijn in metrostations. Equals koffer van inmiddels zeker 16 kg de trap op en af tillen. Ook dit hotel weer prima, ruim voor New Yorkse begrippen, alleen wel een wat lawaaierige airco en een enorm lawaaierig toilet, dat wanneer je doortrok bijna klonk alsof de hele badkamer de vloer in getrokken werd… De eerste avond was het tijd voor weerzien met lieve collega en vriendin waarmee ik natuurlijk Dim Sum moest gaan eten en mijn chopstick skills moest gaan oefenen (een beetje roestig en een beetje moe, maar niet geknoeid J) en de avond moest natuurlijk worden afgesloten met ijsjes. De dag erna mijn must-do in NYC: lopen over de Brooklyn Bridge. Zowel heen als terug. Met af en toe een spatje regen, maar verder goed te doen. In DUMBO genoten van een witte warme chocolademelk van de Starbs en van een classic Shake Shack mét lemonade. Voelt toch helemaal als thuiskomen en dit uitzicht kan bijna niet overtroffen worden. Ik zeg bijna, want de Waterfront views in Jersey City staan op 1. Hebben we de dag erna bezocht en een uurtje op een bankje gezeten om alles nog eens in ons op te nemen. Tussendoor hebben we nog een Yankees wedstrijd meegepakt – die we gewonnen hebben en daarmee staat ons perfect track record nog steeds – en waar we netjes met de 4 naartoe zijn gegaan (voor de insiders: zonder uitdagingen en dansende mensen dit keer). Ook nog even teruggeweest naar Mount Sinai en daar ontbeten met Joanne, die me als vanouds welkom heette en met toch nog even te verstaan gaf dat ik een onuitwisbare indruk gemaakt heb. Na drie kwartier wel weer genoeg veren in m’n kont… Tot slot nog samen met papa genoten van Stardust diner sfeer met goede brunch. Daarna heb ik nog gezellig met de collega en vriendin bubble tea gedronken en gewokt eten gegeten met de wereld aan bijzondere champignons erin. Na nog een vette hamburger op JFK airport was het dan weer tijd om naar Amsterdam te vliegen.

Bittersweet feelings again, het voelde toch een beetje als thuiskomen en opnieuw afscheid nemen tegelijk. Die stad heeft echt een speciaal plekje in m’n hart!